Thermisch opspuiten

Bij thermisch opspuiten wordt een oppervlaktelaag toegevoegd aan een basismateriaal (substraat). Het toevoegen van deze laag gebeurt door gesmolten deeltjes materiaal op het substraat te projecteren tegen hoge snelheid. Door deze hoge snelheid hechten deze deeltjes zich vast aan het substraat. Deze laag kan eventueel nog gefused worden om één geheel te vormen met het basismateriaal. Het te verspuiten materiaal kan in poeder- of draadvorm zijn.

Volgende opspuitlagen zijn mogelijk:

• Standaard staal, meestal bij herstelling
• Cr-Ni, slijt- en corrosievast
• Keramische lagen voor dichtingen en in de papierindustrie
• WoC, zeer hard- en slijtvast
• Stelliet, corrosie- en warmtevast
• Brons, lagervlakken
• Kunststof, polyamide

Thermisch opspuiten kan gebruikt worden om onderdelen te herstellen (bijvoorbeeld bij lager- en dichtingpassingen) maar ook om nieuwe stukken een langere levensduur te geven op cruciale plaatsen.

Door de geringe warmteinbreng is er geen vormverandering van het stuk, wat een groot voordeel is tegenover lassen.

Na het opspuiten worden de onderdelen nabewerkt via draaien, frezen en/of (diamant)slijpen, naargelang de gekozen opspuitlaag of gewenste afwerkingsgraad.